Langdurige arbeidsongeschiktheid

Euro

De aanvraag voor compensatie heeft betrekking op transitievergoedingen die door u zijn verstrekt aan werknemers van wie de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid is beëindigd. Het maakt daarbij niet uit of het dienstverband is geëindigd door middel van opzegging, als gevolg van een ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter dan wel door middel van een beëindigingsovereenkomst. 

Wanneer moet u compensatie aanvragen?

De compensatie kan ten hoogste zes maanden na betaling van de volledige (transitie)vergoeding aangevraagd worden. Het UWV beslist binnen acht weken, waarna binnen zes weken betaling plaatsvindt. Als u de transitievergoeding in termijnen heeft betaald, kunt u een aanvraag voor compensatie indienen na de laatste betaling. Een aanvraag voor compensatie valt onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beslissing van het UWV op de aanvraag betreft een beschikking waartegen bezwaar en beroep openstaat.

Let op! U moet de compensatie binnen zes maanden na betaling van de transitievergoeding aanvragen.

Hoeveel compensatie ontvangt u?

Bij de compensatie betaalt het UWV het laagste van de volgende twee bedragen uit:

  • de transitievergoeding die verschuldigd is nadat de werknemer 2 jaar ziek is geweest;
  • de hoogte van de loonbetaling over de periode van 104 weken.

Deze laatste voorwaarde is vooralsnog niet in werking getreden.

De door de werkgever te ontvangen compensatie hoeft dus niet altijd gelijk te zijn aan de uitbetaalde transitievergoeding aan de werknemer.

Let op! Er vindt door het UWV geen compensatie plaats over de periode dat u het dienstverband bewust slapend heeft gehouden.

Aanvraag tegemoetkoming indienen

U kunt een digitale aanvraag indienen via het werkgeversportaal bij het UWV. U heeft daarvoor eHerkenning nodig. De dienst is te vinden onder ‘indienen ontslagaanvraag’.

Het UWV zal uw aanvraag streng controleren. Aan de hand van nadere bewijsstukken gaat het UWV het volgende na:

  • het recht op
  • de hoogte van,
  • de berekening van en
  • de betaling van de transitievergoeding.

Daarvoor heeft het UWV de volgende informatie van u nodig:

  • een bewijs van het bestaan van de arbeidsovereenkomst;
  • een bewijs van het einde van de arbeidsovereenkomst wegens ziekte (opzeggingsbrief, beëindigingsovereenkomst, beschikking kantonrechter);
  • bewijs van hoeveel brutoloon u in totaal betaald heeft tijdens de hele periode van ziekte. Daarvoor is het volgende nodig:
    – de loonstrook van de periode voor de datum waarop de werknemer één jaar ziek was;
    – de loonstrook van de periode waarin het opzegverbod bij ziekte is verstreken.
  • bewijs in bijzondere situaties:
    – verrekening van inzetbaarheidskosten en/of transitiekosten
    * een schriftelijke instemming van de werknemer tot verlaging van de transitievergoeding
    * een betaalbewijs van de gemaakte inzetbaarheidskosten en/of transitiekosten
    – bewijs van een eventueel eerder betaalde transitievergoeding bij een overname of een tijdelijke overeenkomst (bankafschrift);
    – wanneer de werknemer een dienstverlener aan huis was, vraagt het UWV ook om extra loonstroken;
    – als de werknemer jonger was dan 18 jaar vraagt het UWV om een overzicht van de gewerkte uren in de maanden waarin uw werknemer jonger was dan 18 jaar;
  • bij een ploegen- en/of overwerktoeslag:
    – alle loonstroken waarop de ploegentoeslag en/of de overwerktoeslag staat. Dit geldt voor de laatste 12 maanden van het opzegverbod.
  • bij winstuitkering en/of bonus(sen):
    – alle loonstroken waarop de opbouw van de winstuitkering of bonus(sen) staat van de laatste drie kalenderjaren vóór het kalenderjaar waarin het opzegverbod eindigt.
  • een bewijs van de hoogte van de transitievergoeding (inzicht in berekeningswijze, eventueel m.b.v. computerprogramma zoals www.rekenhulptransitievergoeding);
  • een bewijs van betaling van deze vergoeding (bankafschrift).

Compensatie bij transitievergoeding diepslapers?

Bij diepslapers gaat het om dienstverbanden die vóór 1 juli 2015, toen de transitievergoeding werd geïntroduceerd, slapend zijn geworden. Het huidige standpunt van het UWV is dat werkgevers niet in aanmerking komen voor een compensatie van de transitievergoeding als ze het dienstverband van een dergelijke diepslaper willen beëindigen. Een aantal rechters is het hier niet mee eens. Inmiddels loopt hierover een procedure bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter. Het is afwachten wat hieruit gaat komen. 

Compensatieregeling bij pensionering en overlijden

Vanaf 1 januari 2021 kunt u, als u kwalificeert als kleine werkgever, in aanmerking komen voor een compensatie van de uitbetaalde transitievergoedingen aan uw werknemers indien sprake is van pensionering dan wel overlijden. Concreet gaat het hier om bedrijven met minder dan 25 werknemers. Voor de berekening van het aantal werknemers is het niet van belang of de werknemer een tijdelijk of een vast contract heeft. Er geldt geen terugwerkende kracht bij deze regeling.

Bent u als gevolg van pensionering gedwongen uw onderneming te staken, dan kunt u onder voorwaarden in aanmerking komen voor een compensatie voor de te betalen transitievergoeding. Hiervoor hoeft u uw privévermogen niet aan te spreken.

Om in aanmerking te komen voor deze compensatie, moet ontslag plaatsvinden als gevolg van een beëindiging van de onderneming en moet de onderneming op 1 januari in het jaar van de beëindiging minder dan 25 werknemers in dienst hebben.

Compensatie kan worden verstrekt voor vergoedingen die u als werkgever verschuldigd was:

  • in verband met het eindigen van arbeidsovereenkomsten in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek om de toestemming voor opzegging of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst;
  • in verband met het eindigen van arbeidsovereenkomsten in de negen maanden na de verleende toestemming of inwilliging van het verzoek om ontbinding.

U kunt verspreid over een periode van vijftien maanden meerdere keren een compensatieaanvraag bij het UWV indienen. Om in aanmerking te komen voor de compensatie, moet voor minimaal één werknemer toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens verval van arbeidsplaatsen als gevolg van het beëindigen van de werkzaamheden van de onderneming van het UWV zijn verkregen.

Daarnaast moet de reden van bedrijfsbeëindiging te maken hebben met:

  • het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de ondernemer (binnen zes maanden) en 
  • het feit dat er geen opvolger is.

Erfgenamen en/of medewerkgevers kunnen na het overlijden van de werkgever worden geconfronteerd met een onderneming die zij niet willen of kunnen voortzetten. Bedrijfsbeëindiging gevolgd door het ontslag van de werknemers zal dan de enige optie zijn. De erfgenamen van de werkgever, die na aanvaarding van de nalatenschap van rechtswege werkgever zijn geworden en eventuele medewerkgevers (denk aan een VOF), zijn bij beëindiging van de dienstverbanden dan een transitievergoeding verschuldigd aan alle ontslagen werknemers. Daarvoor is de compensatie bedoeld. Indien de werkgever is overleden, zal compensatie vanwege het overlijden worden verstrekt, indien uiterlijk binnen twaalf maanden na het overlijden van de werkgever een ontslagaanvraag bij het UWV is ingediend.

Ook hier geldt dat aan het UWV de benodigde informatie zal moeten worden verstrekt over de hoogte en de betaling van de transitievergoeding.

Compensatie bij ziekte of gebreken van de werkgever is uitgesteld

De compensatieregeling bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte of gebreken van de werkgever is uitgesteld. Bij dit onderdeel moet namelijk worden getoetst of de werkgever binnen zes maanden zijn werkzaamheden kan voortzetten. Het UWV en beroepsverenigingen van bedrijfs- en verzekeringsartsen hebben vooralsnog geen overeenstemming bereikt over hoe dat getoetst kan worden. De verwachting is dat deze compensatieregeling in de loop van 2022 wordt ingevoerd.

NB Ontslagrecht is complexe materie. Speelt ontslag binnen uw bedrijf, neem dan contact met ons op.

Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.